Wat betekent het als een gecastreerde kat in huis plast
Wanneer een gecastreerde kat ineens in huis plast, schrikken veel baasjes. Vaak wordt gedacht dat castratie alle plasproblemen voorkomt, maar dat is niet altijd zo. Onzindelijkheid bij een gecastreerde kat is een signaal dat er iets aan de hand is, lichamelijk of mentaal. Het is belangrijk om niet te straffen, maar te zoeken naar de achterliggende oorzaak.
Een kat plast bijna nooit uit “wraak”. In de meeste gevallen voelt je kat zich ongemakkelijk, heeft hij pijn of ervaart hij stress. Door rustig te observeren en stap voor stap oorzaken uit te sluiten, kun je je kat weer helpen zich veilig en comfortabel te voelen in huis.
Mogelijke medische oorzaken van onzindelijkheid
Blaasontsteking en blaasgruis
Een van de meest voorkomende redenen dat een gecastreerde kat in huis plast, is een probleem met de urinewegen. Denk aan blaasontsteking of blaasgruis. Je kat kan dan vaker kleine beetjes plassen, soms met persen of miauwen bij de kattenbak. Het plassen buiten de bak gebeurt dan vaak op zachte plekken, zoals kleedjes, de bank of het bed.
Zie je bloed in de urine, valt je kat ineens af of lijkt hij veel meer of juist minder te drinken, neem dan direct contact op met de dierenarts. Zeker bij katers kan een blokkade in de urinebuis levensgevaarlijk zijn en is snelle hulp noodzakelijk.
Nierproblemen en andere aandoeningen
Ook nierproblemen, suikerziekte of pijn aan gewrichten kunnen ervoor zorgen dat een kat de kattenbak gaat vermijden. Als de hoge rand van de bak lastig wordt door artrose, kiest je kat soms een makkelijkere plek. Let op veranderingen in gedrag, eetlust en activiteit. Een uitgebreide check bij de dierenarts, inclusief urine- en eventueel bloedonderzoek, is bij aanhoudende problemen altijd verstandig.
Gedrags- en omgevingsredenen
Stress door veranderingen in huis
Katten zijn gewoontedieren. Veranderingen zoals een nieuwe bank, verbouwing, baby, nieuw huisdier of zelfs een andere geur van schoonmaakmiddelen kunnen stress geven. Sommige katten reageren daarop door op opvallende plekken te plassen. Zo markeren ze hun vertrouwde geur en proberen ze zich weer veilig te voelen.
Probeer na te gaan welke verandering samenvalt met het begin van het probleem. Soms helpt het al om een rustige, voorspelbare routine aan te houden, plekken voor de kat ongestoord te houden en voldoende verstop- en rustplekjes te bieden.
Problemen met de kattenbak zelf
Ook een ongeschikte kattenbak kan de reden zijn. Te weinig bakken, een bak die te klein is of een deksel waar je kat zich opgesloten in voelt, zorgen voor stress rond het toiletgedrag. Katten geven vaak de voorkeur aan een ruime, open bak met een zachte, ongeparfumeerde korrel.
Een handige richtlijn is: één bak per kat plus één extra. Zet de bakken op rustige, verspreide plekken in huis, niet naast de voer- of drinkbak. Schep dagelijks de ontlasting en klonten weg en ververs regelmatig al het grit. Als je van soort kattenbakvulling wilt wisselen, doe dat rustig en geleidelijk, zodat je kat kan wennen.
Hoe je je kat kunt helpen en wanneer naar de dierenarts
Stap voor stap naar een schone kattenbak
Begin altijd met een bezoek aan de dierenarts om lichamelijke oorzaken uit te sluiten. Pas als duidelijk is dat je kat gezond is, kun je meer focussen op gedrag en omgeving. Maak ongewenste plasplekken grondig schoon met een middel dat urinegeur echt afbreekt, zodat je kat niet wordt aangetrokken door restgeur.
Bied extra rust, speel dagelijks kort maar intensief met je kat en zorg voor voldoende hoge ligplekken en schuilplekjes. In huizen met meerdere katten kan het helpen om meer middelen te plaatsen, zoals extra krabpalen en meerdere voer- en drinkplekken, zodat er minder onderlinge spanning is.
Houd een dagboekje bij waarin je noteert wanneer en waar je kat plast, wat er die dag gebeurde en hoe de kattenbakken eruitzagen. Zo kun je patronen ontdekken en, samen met je dierenarts of een kattengedragstherapeut, gericht werken aan een oplossing.